X houdt zich bezig met de opslag en distributie van (accijns)goederen voor rekening en onder eigendom van derden. X beschikt hiertoe over een vergunning voor een accijnsgoederenplaats (AGP). Vanaf 2009 worden diverse zendingen onder schorsing van accijns verricht naar Duitsland en Roemenië. Na rechtshulpverzoeken constateren de autoriteiten aldaar dat op de betreffende adressen geen goederen zijn afgeleverd. In geschil is de naheffingsaanslag accijns met rente van in totaal € 202.373. Door een administratieve fout is later een tweede aanslag opgelegd. Rechtbank Zeeland-West-Brabant handhaaft de aanslag. X gaat in hoger beroep.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de rechtbank de tweede aanslag had moeten vernietigen en dat het beroep van X reeds daarom gegrond is. X stelt vergeefs dat de inspecteur niet alle stukken uit een – nog lopend – strafdossier heeft overgelegd. Dat dossier gaat namelijk over een andere verdachte en andere zendingen. Het maakt niet uit dat in het dossier wellicht op algemene wijze is beschreven hoe in georganiseerd verband grote partijen drank zonder afdracht van accijns worden vrijgespeeld. Het beroep van X is voor het overige ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Algemene wet inzake rijksbelastingen 20
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Accijns en verbruiksbelastingen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 9 oktober