Rechtbank Den Haag oordeelt dat de STAK de vastgoedportefeuille niet heeft verkregen krachtens erfrecht, aangezien de inbreng van de portefeuille in de STAK niet voortvloeit uit het testament, maar een eigen keuze van de kleinkinderen is.

Erflater legateert een vastgoedportefeuille aan zijn kleinkinderen. De kleinkinderen richten een STAK op om de vastgoedportefeuille gezamenlijk te beheren en brengen de portefeuille in tegen uitgifte van certificaten. Ter zake van deze verkrijging voldoet de STAK overdrachtsbelasting. In geschil is of de vrijstelling van overdrachtsbelasting voor verkrijging krachtens erfrecht van toepassing is op de verkrijging van de vastgoedportefeuille door de STAK.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de STAK de vastgoedportefeuille niet heeft verkregen krachtens erfrecht, aangezien de inbreng van de portefeuille in de STAK niet voortvloeit uit het testament, maar een eigen keuze van de kleinkinderen is. Er is dus geen sprake van een uitgezonderde verkrijging voor de overdrachtsbelasting. Het beroep van de STAK op de doorkijkarresten en een eventuele parallelle toepassing daarvan faalt, omdat hier sprake is van een andere situatie. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de rechtsbijstand 3

Instantie: Rechtbank Den Haag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Editie: 17 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

578

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen