Rechtbank Den Haag oordeelt dat gelet op het prille stadium van de onderhandelingen en de vooralsnog onzekere uitkomst daarvan er geen aanleiding is om de zitting uit te stellen. Hierbij wordt mede in aanmerking genomen dat de uitstelverzoeken van partijen pas twee dagen en één dag voor de geplande zittingsdatum zijn ontvangen.
De heer X doet BPM-aangifte voor een Audi Q7 met € 543 als verschuldigde BPM. Later stelt X dat is uitgegaan van een te lage waardevermindering. Er had namelijk moeten worden uitgegaan van de waarde van een ex-rental. Kort voor de zitting verzoeken partijen om uitstel. Aanleiding is dat partijen recent alsnog onderhandelingen zijn gestart over alle lopende zaken waarbij de gemachtigde is betrokken.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat gelet op het prille stadium van deze onderhandelingen en de vooralsnog onzekere uitkomst daarvan er geen aanleiding is om de zitting uit te stellen. Hierbij wordt mede in aanmerking genomen dat de uitstelverzoeken pas twee dagen en één dag voor de geplande zittingsdatum zijn ontvangen. Gesteld noch gebleken is dat de auto zelf een ex-rental is. Een niet ex-rental bevindt zich niet in een concurrentieverhouding tot ex-rentals (zie HvJ EU 19 december 2013, C-437/12, V-N 2014/2.18). Er is door X ook op geen enkele wijze geconcretiseerd hoe hoog de waardevermindering van de auto is geweest. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 13 februari