De staatssecretaris reageert hiermee op het bericht “Sociale Woningbouw wordt fiscaal afgestraft”. In zijn reactie geeft hij aan dat woningcorporaties fiscaal niet anders worden behandeld dan andere ondernemingen. Verder geeft de staatssecretaris aan dat het kabinet verschillende maatregelen heeft getroffen waarmee het effect van de earningsstrippingmaatregel voor woningcorporaties wordt verminderd.
Zo is vanaf 2019 het tarief van de verhuurderheffing verlaagd en is een heffingsvermindering voor verduurzaming geïntroduceerd. Vanaf 2020 is daar een heffingsvermindering voor nieuwbouw en een vrijstelling voor tijdelijke woningen bijgekomen. Deze compenserende maatregelen in de verhuurderheffing gelden voor alle verhuurders van sociale huurwoningen. Daarnaast profiteren woningcorporaties, net als andere vennootschapsbelastingplichtigen, vanaf 2021 van de verlaging van het vennootschapsbelastingtarief van 25% naar 21,7%.
Tot slot merkt de staatssecretaris op dat de fiscale lasten van woningcorporaties inclusief de effecten van de earningsstrippingmaatregel uit ATAD1 onderdeel uitmaken van het onderzoek naar aanleiding van de motie Ronnes c.s. Uit dit onderzoek moet blijken in welke mate de corporatiesector financieel in staat is de van haar gewenste investeringen in nieuwbouw en duurzaamheid te realiseren.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 31 maart