ATAD1 kent een aantal mogelijkheden om een uitzondering te maken ten aanzien van de toepassing van de earningsstrippingmaatregel. De richtlijn biedt volgens het kabinet geen ruimte om woningcorporaties onder de uitzondering van openbare infrastructuurprojecten te brengen.
Nederland heeft bij de implementatie van ATAD1 gekozen voor een robuuste implementatie die op onderdelen verder gaat dan de minimumstandaard. Als gevolg van de keuze voor een robuuste implementatie wordt niet alleen opgetreden tegen grondslaguitholling, maar wordt vooral een meer gelijke fiscale behandeling van eigen vermogen en vreemd vermogen nagestreefd bij alle vennootschapsbelastingplichtigen. Bij de invoering van de earningsstrippingmaatregel in de vennootschapsbelasting zijn door het kabinet verschillende maatregelen getroffen om verhuurders, waaronder woningcorporaties, tegemoet te komen ten aanzien van het nadelige effect van de earningsstrippingmaatregel. Destijds is een lastenverlichting gegeven via de verhuurderheffing. Inmiddels is de verhuurderheffing in het geheel afgeschaft. Voorts is door het huidige kabinet een versoepeling van de earningsstrippingmaatregel ingevoerd waarmee het maximale renteaftrekpercentage wordt verhoogd van 20% naar 24,5% van de gecorrigeerde winst.
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 15b
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Editie: 5 februari
Informatiesoort: VN Vandaag