Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat geen van beide partijen de door hen bepleite huurwaarde van de kantoorvilla van X aannemelijk heeft gemaakt.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een kantoorvilla uit 1905 gelegen in de gemeente Arnhem. X verschilt met de heffingsambtenaar van mening over de WOZ-waarde 2013. Het geschil spitst zich toe op de economische huurwaarde van het pand. De hoogte van de kapitalisatiefactor (10,5) is niet in geschil.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat geen van beide partijen de door hen bepleite huurwaarde van de kantoorvilla van X aannemelijk heeft gemaakt. De heffingsambtenaar heeft de jaarhuur bepaald aan de hand van referentieobjecten, maar hij heeft daarbij onvoldoende rekening gehouden met de verschillen tussen deze objecten en de kantoorvilla van X, aldus het hof. Ook in het licht van de eigen jaarhuur is de huurwaarde van de gemeente te hoog. Dit eigen huurcijfer is echter niet zonder meer bruikbaar, aangezien een schriftelijke huurovereenkomst ontbreekt en het huurcijfer betrekking heeft op slechts een deel van de kantoorvilla (exclusief het meest representatieve deel van de onroerende zaak). Het hof berekent de WOZ-waarde zelf op € 735.000, te weten 10,5 maal een bruto jaarhuur van € 70.000. Dit laatste bedrag ontleent het hof aan een taxatierapport dat X in eerste aanleg heeft overgelegd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 13 oktober

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen