X bv doet BPM-aangifte voor drie gebruikte personenauto's met zeer lage km-standen. Op het moment van registratie in Nederland zijn deze 814, 782 en 797. In geschil zijn de BPM-naheffingsaanslagen van € 1838, € 2097 en € 1815. Volgens de inspecteur zijn het namelijk nieuwe auto's. Rechtbank Noord-Nederland stelt X bv in het gelijk. De inspecteur stelt in hoger beroep dat de km-standen enkel zijn bereikt door het in één enkele rit verplaatsen van de auto’s van de leverancier naar X bv.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het vaststellen van een exacte km-grens als de auto’s geen gebruikssporen vertonen te arbitrair is. Steeds moet dus van geval tot geval de staat van de auto worden beoordeeld met inachtneming van alle omstandigheden. Rekening houdend met de km-standen ten tijde van de registratie in Nederland zijn de auto's niet nieuw meer. Het beroep van de inspecteur is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 19 maart