Volgens de Staatssecretaris van Financiën zijn er geen argumenten om verdere terugwerkende kracht toe te kennen dan nu het geval is bij de aanwijzing als massaal bezwaar naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank Breda betreffende de erf- en schenkbelasting.

 

De Staatssecretaris van Financiën heeft de Tweede Kamer medegedeeld dat hij geen argumenten ziet die pleiten voor een verdergaande terugwerkende kracht dan nu het geval is met betrekking tot de aanwijzing van bezwaarschriften als massaal bezwaar tegen de aanslagen erf- en schenkbelasting in het besluit van 23 oktober 2012. Hij deelt mede dat de uitspraak van de Rechtbank Breda op 1 augustus 2012 op www.rechtspraak.nl gepubliceerd is en stelt dat er materieel bezien sprake is van terugwerkende kracht van 12 weken. Voor zijn afwijzing hanteert hij de volgende argumenten: 1. Als er al openstaande bezwaren zijn die zijn ingediend vóór 1 augustus 2012 en die, hoewel ze niet op de uitspraak van de Rechtbank Breda gebaseerd (kunnen) zijn, dezelfde rechtsvraag betreffen als de rechtbankuitspraak, vallen deze onder de aanwijzing als massaal bezwaar. 2. Het terugdraaien van uitspraken op bezwaarschriften, ingediend vóór 1 augustus 2012, die wel reeds zijn gedaan, staat op gespannen voet met het wettelijk systeem met betrekking tot de rechtsbescherming van belastingplichtigen. 3. Het in acht nemen van terugwerkende kracht van welke duur dan ook, zonder dat er voor die termijn een deugdelijke onderbouwing bestaat, zal leiden tot rechtsongelijkheid tussen belanghebbenden die net wel en net niet binnen de nader vastgesteld termijn vallen.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 23 november

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen