De Hoge Raad oordeelt dat in dit geval de gemachtigde die rechtsbijstand verleent en de belanghebbende (X cv) aan wie rechtsbijstand wordt verleend, niet kunnen worden vereenzelvigd.

Belanghebbende, X cv, is een vennootschap met als enige beherend vennoot Stichting A. Enig bestuurder van deze stichting is B, die zich in de vorm van een eenmanszaak bezig houdt met juridisch advieswerk. In geschil is of X cv in aanmerking komt voor een proceskostenvergoeding voor de rechtsbijstand verleend door B.

De Hoge Raad oordeelt dat in dit geval de gemachtigde die rechtsbijstand verleent en de belanghebbende (X cv) aan wie rechtsbijstand wordt verleend, niet kunnen worden vereenzelvigd. Bijzondere omstandigheden kunnen meebrengen dat voor de toepassing van de proceskostenvergoeding een procederend lichaam en een natuurlijke persoon die aan dat lichaam rechtsbijstand verleent, met elkaar moeten worden vereenzelvigd. Een dergelijke vereenzelviging kan echter niet worden gegrond op de enkele omstandigheid dat de natuurlijke persoon die als gemachtigde optreedt (B), de enige bestuurder is van het lichaam (stichting A), dat enig beherend vennoot is van de commanditaire vennootschap (X cv) waaraan de rechtsbijstand is verleend. De door de rechtbank in haar uitspraak van 27 september 2017 aangehaalde arresten HR 11 mei 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW5409 en HR 3 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1035 zien op andere gevallen, die daarmee niet op één lijn zijn te stellen. De Hoge Raad oordeelt dat X cv recht heeft op een proceskostenvergoeding voor de fasen van beroep en verzet bij de rechtbank, het hoger beroep bij het hof en de cassatieprocedure.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit proceskosten bestuursrecht 1

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 8 juni

15

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen