Belanghebbende, mevrouw X, treedt in 2008 tegen vergoeding op als gastouder voor vier kleinkinderen. De ouders van de kinderen krijgen in 2008 voor € 40.800 aan toeslagen uitbetaald. X vermeldt in haar IB-aangifte niet dat zij als gastouder inkomsten geniet. In geschil is de aan X opgelegde navorderingsaanslag, alsmede de vergrijpboete van € 1.609. Meer in het bijzonder is in geschil of de inspecteur terecht slechts € 3600 kostenaftrek heeft toegestaan. Niet meer in geschil is dat X de in 2008 ontvangen inkomsten (€ 32.794), als resultaat uit overige werkzaamheden moet aanmerken. Rechtbank Breda stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur niet slaagt in het bewijs dat X grove schuld is te wijten. Bij het aanvragen van een bijstandsuitkering heeft X namelijk op advies van de gemeente de kinderopvang op deze manier georganiseerd. X ging ervan uit dat de betaalde vergoeding voor de kleinkinderen kon worden aangewend en dat de inkomsten volgens de gemeente gelijk zouden zijn aan de uitgaven. X maakt ondanks kassabonnen en dergelijke niet aannemelijk per kind maandelijks meer dan € 75 kosten te hebben gehad. Het beroep van X is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 25 september