X en zijn partner kopen in 2016 een woning voor € 730.000. De holding van X handelt in exclusieve auto’s, waaronder race-auto's en laat voor € 342.598 een garage onder de woning bouwen. De holding huurt de garage vanaf 2017 voor € 6000 per jaar. Na een boekenonderzoek stelt de inspecteur dat de door de holding betaalde bouwkosten als een aan X uitgekeerd dividend zijn te beschouwen. In geschil is de IB-navorderingsaanslag over 2016. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is X een zakelijke vergoeding aan de holding verschuldigd als de huurovereenkomst binnen 20 jaar wordt beëindigd. De inspecteur maakt ook niet aannemelijk dat de privé-auto's van X in de garage staan. Er is dus ten aanzien van de garage geen sprake van een winstuitdeling. De holding heeft wel een uitdeling aan X gedaan van € 4126, zijnde 50% van de in 2016 door haar betaalde circuitkosten. X heeft namelijk een racelicentie en rijdt ook privé op het circuit. Partijen gaan in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch verklaart het hoger beroep van de inspecteur niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig motiveren van het pro forma beroepschrift. Er is namelijk in totaal ruim vijf maanden uitstel verleend tot en met (zondag) 30 april 2023 en de motivering is pas op maandag 1 mei 2023 ontvangen. De inspecteur beroept zich vergeefs op de Algemene termijnenwet, de termijn eindigde niet pas op 1 mei 2023. De vraag of het inkomen uit aanmerkelijk belang door de rechtbank juist is vastgesteld, hoeft dus niet beantwoord te worden. De belastingrente ten aanzien van de niet meer in geschil zijnde correcties hoeft niet gematigd te worden. De inspecteur heeft namelijk niet onvoldoende voortvarend gehandeld. X stelt vergeefs dat de inspecteur zich schuldig heeft gemaakt aan misbruik van recht, machtsvertoon en intimidatie, zodat er geen reden is om de werkelijke proceskosten te vergoeden. Het beroep van X is ongegrond. Voor het hoger beroep krijgt hij wel een proceskostenvergoeding van € 1750.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet bestuursrecht 6:24
Algemene wet bestuursrecht 6:6
Wet inkomstenbelasting 2001 6.31
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting
Editie: 27 januari
Informatiesoort: VN Vandaag