X bv exploiteert een horecagelegenheid. In geschil is of het verlaagde btw-tarief van toepassing is op de alcoholhoudende drank die X bv bij lunches en diners serveert. Volgens de inspecteur is het algemene tarief van toepassing. X bv voert aan dat er bij restaurantdiensten sprake is van één dienst voor de btw-heffing, waarbij het verstrekken van voedingsmiddelen voorop staat en het verstrekken van drank daarin opgaat. X bv gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat het op grond van de Btw-richtlijn mogelijk is het algemene btw-tarief toe te passen op de alcoholhoudende drank die X bv serveert bij lunches en diners. De Hoge Raad wijst erop dat uitzonderingen mogelijk zijn op de regel dat een en hetzelfde btw-tarief van toepassing is wanneer verschillende handelingen van een ondernemer voor de btw-heffing tezamen één enkele prestatie vormen. Verder merkt de Hoge Raad op dat het op grond van het EU-recht is toegestaan de levering van dranken uit te sluiten bij de toepassing van het verlaagde btw-tarief op restaurantdiensten. Wanneer een lidstaat gebruik maakt van de mogelijkheid van selectieve toepassing van het verlaagde btw-tarief, is het niet meer van doorslaggevend belang of de verstrekking van dranken deel uitmaakt van een samengestelde restaurantdienst.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 9