Hof Den Haag oordeelt dat de diensten van een family entertainment center niet kwalificeren als het verlenen van toegang tot een primair en permanent voor vermaak en dagrecreatie ingerichte voorziening, omdat X geen entree heft. Daarom kan X het verlaagde BTW-tarief niet toepassen.

X exploiteert een family entertainment center en is BTW-ondernemer. Het family entertainment center is vrij toegankelijk voor personen boven 12 jaar en voor personen onder de 12 jaar onder begeleiding van een volwassene. Er staan verschillende spelautomaten zoals behendigheids-, videogames- en arcadespelautomaten. Een bezoeker koopt voor 50 cent een ‘playcard’. Daarop stort de bezoeker een speeltegoed om op de spelautomaten te kunnen spelen. De spelautomaat wordt in werking gesteld met de playcard. De kosten van het spel worden afgeschreven van het tegoed op de playcard. Op verzoek wordt een restant tegoed op de playcard geretourneerd. Bij inlevering van de playcard ontvangt de bezoeker de 50 cent terug.

Hof Den Haag oordeelt dat de diensten van X niet kwalificeren als het verlenen van toegang tot welke voorziening of locatie dan ook, omdat X geen entree heft. Daarom kan X het verlaagde BTW-tarief niet toepassen. De verkoop van een playcard voor 50 cent kwalificeert niet als entreeheffing, omdat het family entertainment center ook toegankelijk is zonder aanschaf van een playcard. Ook ontvangt de bezoeker de 50 cent terug bij inlevering van de playcard. Hierbij verwijst het hof naar HR 26 maart 2021, 19/01595, V-N 2021/15.14.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 tab I-B

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 17 juni

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen