X bv exploiteert een recreatiepark. Bezoekers kunnen tegen vergoeding deelnemen aan activiteiten als midgetgolf, jeu de boules etc. In het recreatiepark kunnen tevens allerlei soorten voertuigen worden gehuurd: gewone fietsen, tandems, trapkarren, steppen en skelters. X bv is van mening dat het verlaagde btw-tarief ook van toepassing is op de verhuur van de voertuigen, omdat zij een ruime uitleg voorstaat van het begrip ‘toegang verlenen tot'. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het verlaagde btw-tarief niet van toepassing is op de verhuur van de fietsen, tandems, trapkarren etc. Het begrip ‘toegang verlenen tot' moet namelijk strikt worden uitgelegd, en ‘de verhuur van voertuigen' valt niet binnen de gebruikelijke betekenis van het begrip ‘toegang verlenen tot'. Hof 's-Hertogenbosch stelt vast dat B, de (nieuwe) gemachtigde van X, tevens de functie van rechter-plaatsvervanger in het team belastingrecht van Rechtbank Zeeland-West-Brabant bekleedt. Het hof overweegt vervolgens dat de objectief gerechtvaardigde vrees zou kunnen ontstaan dat het hof niet onpartijdig is. Het hof besluit daarom ambtshalve om de zaak niet verder te behandelen en om hem te verwijzen naar Hof Den Haag. In hoger beroep is alleen nog maar in geschil of het verlaagde tarief van toepassing is op de verhuur van de trapkarren.
Hof Den Haag oordeelt dat het verlaagde btw-tarief niet van toepassing is op de terbeschikkingstelling van de trapkarren, ook al is die terbeschikkingstelling begrepen in een arrangement. Volgens het hof heeft de rechtbank namelijk op alle onderdelen terecht en op goede gronden geoordeeld dat het beroep van X bv ongegrond is.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 9