X organiseert een popfestival en biedt daarbij gelegenheid tot parkeren. Ook kan met het openbaar vervoer en pendelbus naar het festival worden gereisd. X vraagt om een aanvullende teruggave voor het tweede kwartaal van 2017 omdat het parkeren onder het verlaagde tarief voor toegang tot het festival valt. De inspecteur stelt dat het om afzonderlijke prestaties gaat en dat het normale tarief van toepassing is. X gaat in beroep.
Rechtbank Noord-Holland stelt de inspecteur in het gelijk. Het parkeren is voor bezoekers van het festival die met de auto komen, een doel op zich. Verder betreft het geen prestaties waarvan het kunstmatig zou zijn deze te splitsen. Het feit dat het festival en de parkeervoorziening tijdelijk zijn, doet hieraan geen afbreuk en vormt ook geen grond tot het stellen van prejudiciële vragen. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 9
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 15 december