X is eigenaar van een vrijstaande woning met berging waarvan de WOZ-waarde 2019 is vastgesteld op € 598.000.
Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde 2020 van de woning van X niet te hoog is. Het hof gaat voorbij aan de eigen koopsom van de woning omdat de grond al in 2016 is gekocht en de woning in 2018 is betrokken zonder dat duidelijk is hoeveel X heeft betaald. De stellingen van X met betrekking tot bodemdaling, palenpest, hoogspanningsmasten, rompslomp en fijnstof kunnen niet leiden tot een verlaging van de WOZ-waarde. X heeft niet onderbouwd welke invloed deze omstandigheden hebben op de waarde van de woning. X heeft geen recht op een ISV wegens overschrijding van de redelijke termijn omdat noch in bezwaar en beroep noch in hoger beroep zich een termijnoverschrijding heeft voorgedaan.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 24 februari