Het kabinet ziet niets in een verlenging van het middelingstijdvak van drie naar vijf jaar. Het voordeel van een verlenging van het middelingstijdvak is zeer gering door de invoering van het tweeschijvenstelsel. Daarnaast is de middelingsregeling geen oplossing voor acute liquiditeitsproblemen vanwege de lange periode tussen het moment van het lage inkomen en het moment van de teruggave.
Dat antwoorden de Staatssecretarissen van Financiën naar aanleiding van de vragen die zijn gesteld in het kader van een schriftelijk overleg inzake enkele brieven over de Belastingdienst.
Ten aanzien van het uitstel van betaling gaat het kabinet de komende periode verschillende beleidsopties wegen, zoals het verlengen van de aflossingstermijn, een latere startdatum voor het aflossen van de opgebouwde belastingschuld en een langere periode met verlaagde invorderingsrente. De uitvoerbaarheid van deze opties voor de Belastingdienst is een belangrijke factor in de afwegingen van het kabinet. In het tweede kwartaal van 2021 wordt de Kamer over de uitkomsten geïnformeerd.
De onderwerpen die verder in de brief aan de orde komen zijn onder andere: de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) die per 1 januari 2021 in werking is getreden en waarmee minnelijke schuldsanerings- herstructureringstrajecten worden versterkt; de ontvlechting van de Belastingdienst; de werking van de Douane na de Brexit; de opsporingsuren van de FIOD voor de Belastingdienst; quick fixes rond de toeslagen; compensatieaanvragen eHerkenning.
[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 23 april