X heeft aangifte ib/pvv gedaan voor het jaar 2013. De aanslag wordt conform de ingediende aangifte opgelegd. X maakt bezwaar tegen de aanslag en stelt dat er nog rekening moet worden gehouden met een te verrekenen verlies van € 3086. Volgens X heeft hij recht op verliesverrekening, omdat hij zijn onderneming in het jaar 2000 heeft overgedragen aan een derde maar de overnameprijs – waar hij wel belasting over heeft betaald – nooit heeft ontvangen. De inspecteur verklaart het bezwaar ongegrond. X komt in beroep. Rechtbank Den Haag verklaart het beroep ongegrond. Verliesverrekening is niet mogelijk omdat er geen verliesvaststellingsbeschikking als bedoeld in artikel 3.151 lid 1 Wet IB 2001 is genomen. X komt in hoger beroep.
Volgens Hof Den Haag is tussen partijen niet in geschil dat geen verliesvaststellingsbeschikking is genomen. De rechtbank heeft daarom met juistheid geoordeeld dat verliesverrekening niet mogelijk is. Het beroep van X op het vertrouwensbeginsel wordt door het hof verworpen. Ook als er veronderstellenderwijs van wordt uitgegaan dat de inspecteur een reeks van jaren rekening heeft gehouden met door X in zijn aangifte vermelde te verrekenen verliezen, faalt het beroep op opgewekt vertrouwen. Gesteld noch gebleken is dat zich omstandigheden hebben voorgedaan die bij X de indruk hebben kunnen wekken dat deze door de inspecteur gedurende een aantal jaren gevolgde gedragslijn berust op een bewuste standpuntbepaling. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.151
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 31 maart