Advocaat-Generaal Van Hilten ziet geen ruimte om het zogeheten verhoudingsgetal toe te passen voor stoffen die binnen de inrichting nuttig worden gebruikt.

Belanghebbende, X bv, is exploitant van een afvalverbrandingsinrichting met stortplaats. In de inrichting worden onder meer afvalstoffen gestort als vervanging voor primaire bouwmaterialen. Zo gebruikt X bv bijvoorbeeld shredderafval als afdekmateriaal. Niet in geschil is dat voor de heffing van afvalstoffenbelasting bij deze stoffen sprake is van afvalstoffen die niet onder de uitzondering van art. 12, tweede lid, Wet belastingen op milieugrondslag (hierna: Wbm) vallen. In geschil is of X bv met toepassing van het zogeheten herleidingsgetal (art. 18b, derde en vierde lid, Wbm) de hoeveelheid voor verwijdering afgegeven afvalstoffen mag herleiden uit de totale hoeveelheid afvalstoffen. De inspecteur weigert X bv voor deze stoffen een vergunning voor het toepassen van een verhoudingsgetal te verlenen. Rechtbank Arnhem en Hof Arnhem stellen de inspecteur in het gelijk.

Advocaat-Generaal Van Hilten ziet geen ruimte om het zogeheten verhoudingsgetal toe te passen voor stoffen die binnen de inrichting nuttig worden gebruikt. De A-G meent dat de regeling inzake het verhoudingsgetal in art. 18b, derde en vierde lid, Wbm in wezen een alternatief is voor de in-/uitmethode van het eerste lid van art. 18b Wbm. Beide regelingen gelden uitsluitend voor stoffen die de inrichting weer verlaten dus niet voor stoffen die binnen de inrichting nuttig worden toegepast. De A-G adviseert de Hoge Raad om het cassatieberoep van X bv ongegrond te verklaren.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Milieuheffingen

Instantie: Hoge Raad

12

Gerelateerde artikelen