Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat dga X niet aannemelijk maakt dat de vennootschappen waarvoor hij werkt geen loon konden betalen. Het gebruikelijk loon wordt niet verlaagd.
Dga X dient zijn aangifte IB/PVV 2014 niet in, ondanks dat hij ertoe is uitgenodigd, herinnerd en aangemaand. Gevolg zijn de door de inspecteur voor dat jaar opgelegde (ambtshalve) aanslagen IB/PVV en inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. Ook wordt een verzuimboete opgelegd. De inspecteur neemt daarbij een gebruikelijk loon van € 88.000 in aanmerking. X heeft namelijk arbeid verricht voor drie vennootschappen waarin hij een aanmerkelijk belang heeft. X is van mening dat dit onterecht is omdat deze vennootschappen geen ruimte hadden voor de betaling van loon of voor privé-opnamen.
Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat X niet aannemelijk maakt dat de vennootschappen waar het hier om gaat geen loon konden betalen. De inspecteur wijst er echter op dat de vennootschappen over financiële middelen beschikten, omdat zij omzet hadden en aan één van de vennootschappen een lening was verstrekt. Verder ontbreekt iedere vorm van informatie op grond waarvan zou kunnen worden geoordeeld dat een lager loon noodzakelijk is voor het waarborgen van de continuïteit van het bedrijf. Het hoger beroep van X is in die zin ongegrond. Het hof vermindert wel de opgelegde verzuimboete vanwege overschrijding van de redelijke termijn.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a
Wet op de loonbelasting 1964 12a