Hof Amsterdam oordeelt dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht is opgelegd zonder de reeds betaalde parkeerbelasting te verrekenen.

X ontvangt op 15 maart 2023 een naheffingsaanslag parkeerbelasting van € 75,40, nadat een parkeercontroleur constateert dat te weinig parkeerbelasting is betaald. X heeft reeds € 1,40 betaald voor parkeren in een andere zone met een lager tarief. X stelt dat de naheffingsaanslag te hoog is, omdat geen rekening is gehouden met de betaalde parkeerbelasting. De heffingsambtenaar verwijst naar het arrest van de Hoge Raad van 18 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:56, V-N 2019/7.17, waaruit volgt dat forfaitair op basis van een parkeerduur van een uur nageheven kan worden.

Hof Amsterdam oordeelt dat de naheffingsaanslag correct is opgelegd zonder de reeds betaalde parkeerbelasting te verrekenen. Het hof verwijst naar het hiervoor genoemde arrest van de Hoge Raad. Art. 234 lid 3 Gemeentewet duidt erop dat in een geval als het onderhavige forfaitair wordt nageheven op basis van een parkeerduur van een uur. Dit betekent dat de naheffing niet beperkt hoeft te worden tot de te weinig betaalde belasting. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Gemeentewet 234

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Editie: 28 november

Informatiesoort: VN Vandaag

23

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen