Hof Den Haag oordeelt dat de gemeente niet verplicht was om de leges van de aanvraag van de omgevingsvergunning 2012 te verrekenen met de leges die X al heeft moeten betalen toen hij in 2008 een omgevingsvergunning aanvroeg.

Belanghebbende, X, vraagt in juli 2012 een omgevingsvergunning aan bij de gemeente Cromstrijen voor de bouw van een woning. De gemeente brengt hem een bedrag aan leges in rekening van (na bezwaar) € 9.060. X stelt dat deze leges verrekend moeten worden met de leges die de gemeente in 2008 bij hem in rekening heeft gebracht toen hij al eerder een omgevingsvergunning heeft aangevraagd, maar de woning uiteindelijk niet gebouwd is.

Hof Den Haag oordeelt dat de gemeente niet verplicht was om de leges van de aanvraag van de omgevingsvergunning 2012 te verrekenen met de leges die X al heeft moeten betalen toen hij in 2008 een omgevingsvergunning aanvroeg. Het hof overweegt dat voor een nieuwe aanvraag voor hetzelfde project een lager tarief geldt, maar dan uitsluitend als er sprake is van een geringe wijziging van het project. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat hiervan in het onderhavige geval geen sprake is. Het hof wijst er verder op dat X teruggaaf had kunnen claimen voor de niet gebruikte bouwvergunning 2008. Dat de bij de aanvragen 2008 en 2012 hetzelfde bestemmingsplan van toepassing was, is geen reden voor matiging van de leges.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 17 juli

37

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen