Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat het ontbreken van een leesbaar poststempel tot gevolg heeft dat X aannemelijk moet maken dat zijn beroep voor het einde van de termijn ter post is bezorgd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
X is door de ontvanger aansprakelijk gesteld voor de belastingschulden van A vof. In geschil is of zijn beroep door Rechtbank Noord-Nederland terecht wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk is verklaard. Het beroep is daar namelijk ontvangen op 20 mei 2019, terwijl de termijn eindigde op 13 mei 2019. X stelt dat hij het beroepschrift tijdig op de post heeft gedaan, dat de postbezorging in zijn dorp niet altijd betrouwbaar is en dat je als particulier mag verwachten dat de post op tijd wordt bezorgd.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2021/18.1.8) oordeelt dat het ontbreken van een leesbaar poststempel tot gevolg heeft dat X aannemelijk moet maken dat zijn beroep voor het einde van de termijn ter post is bezorgd. X heeft geen omstandigheden gesteld op grond waarvan de termijnoverschrijding verschoonbaar moet worden geacht. Alleen als het beroep op de eerste of tweede werkdag na het einde van de beroepstermijn zou zijn ontvangen, wordt aangenomen dat het beroep tijdig ter post is bezorgd, tenzij het tegendeel komt vast te staan (vgl. HR 14 oktober 2011, 1/01261, V-N 2011/52.5). Het beroep van X is ongegrond.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 15 juni