Belanghebbende, X, wordt op 2 december 2004 failliet verklaard. De inspecteur legt aanslagen IB/PVV over de jaren 2002 en 2003 aan X op. De aanslagbiljetten stuurt de inspecteur aan de curator van X. De aanslagen zijn opgelegd in 2008. In geschil is of de brieven die X in augustus 2012 aan de inspecteur heeft gestuurd aangemerkt kunnen worden als ontvankelijke bezwaarschriften tegen de aanslagen. X stelt dat hij kort ervoor, op 23 juli 2012, pas op de hoogte is geraakt van het bestaan van de aanslagen.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij eerst op een hoorzitting van 23 juli 2012 van het bestaan van de aanslagen IB/PVV op de hoogte is geraakt. Terecht stelt de inspecteur dat X door de Sociale Verzekeringsbank is geïnformeerd dat zou worden gekort op zijn uitkering vanwege het niet betalen van de aanslagen IB/PVV 2002 en 2003. Gelet op het voorgaande is van een verschoonbare overschrijding van de bezwaartermijn geen sprake. De inspecteur had de brieven waarin X zijn onvrede over de aanslagen kenbaar maakte, derhalve moeten aanmerken als niet-ontvankelijke bezwaarschriften. Het hof zal dit alsnog doen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 3:41