Hof Arnhem - Leeuwarden oordeelt dat X haar adreswijziging onvoldoende duidelijk heeft doorgegeven aan de inspecteur. De inspecteur heeft het bezwaar tegen de (navorderings)aanslagen dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard.

Belanghebbende, X, emigreert eind 2005 naar Nieuw Zeeland. Zij schrijft zich uit het GBA uit en geeft een nieuw adres in Nieuw Zeeland op. In de periode voor haar emigratie heeft de inspecteur X gemaand om de IB-aangifte 2003 in te dienen. X dient echter een blanco IB-aangifte 2004 in. Medio 2006 stuurt X een volmacht naar de inspecteur. Hierbij geeft ze een volmacht aan haar vader, Y, die ook in Nieuw Zeeland woont. De inspecteur legt in 2006 en 2007 IB-(navorderings)aanslagen, met boeten, op aan X. Hij stuurt deze aanslagen naar het door X opgegeven adres. X maakt eind 2008 bezwaar. De inspecteur verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. X stelt dat de inspecteur de aanslagen had moeten sturen naar het adres dat in de volmacht stond genoemd.

Hof Arnhem - Leeuwarden oordeelt dat X haar adreswijziging onvoldoende duidelijk heeft doorgegeven aan de inspecteur. De volmacht was hiervoor onvoldoende duidelijk. Volgens het hof vormde de volmacht geen aanleiding voor de inspecteur om een nader onderzoek te doen naar het juiste (woon)adres van X. De inspecteur heeft de aanslagen dan ook op de voorgeschreven wijze bekend gemaakt. De termijnoverschrijding is dan niet verschoonbaar. Ten aanzien van de boetebeschikkingen geldt volgens het hof wel dat X niet in verzuim is geweest. Het hof overweegt hierbij dat geen zekerheid is verkregen dat de aangiftebiljetten daadwerkelijk op het adres van X zijn aangeboden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 18 april

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen