Hof Amsterdam oordeelt dat de keuze voor partiële buitenlandse belastingplicht te laat is ingediend, waardoor herziening niet meer mogelijk is. De aanslagen staan onherroepelijk vast en er is geen sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding.

X en zijn echtgenote wonen met hun kinderen in Nederland. X heeft een beschikking voor de 30%-regeling en doet voor 2018 en 2019 aangifte IB/PVV als binnenlands belastingplichtige. De aanslagen worden opgelegd conform de aangiften. X dient vervolgens herziene aangiften in, waarbij hij kiest voor partiële buitenlandse belastingplicht. De inspecteur behandelt deze als verzoeken om ambtshalve vermindering en wijst ze af omdat de aanslagen al onherroepelijk vaststaan. Na bezwaar en beroep gaat X in hoger beroep.

Hof Amsterdam oordeelt dat de keuze voor partiële buitenlandse belastingplicht te laat is ingediend, waardoor herziening niet meer mogelijk is. Het hof bevestigt de uitspraak van Rechtbank Noord-Holland. De aanslagen stonden al onherroepelijk vast en er is geen sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding. Ondanks de ziekte van zijn kinderen en de lockdown wegens de coronapandemie in het buitenland, heeft X niet zo spoedig als redelijkerwijs van hem kon worden verlangd de keuze ingediend. Tussen het onherroepelijk worden van de aanslagen en het indienen van de herziene aangiften zit namelijk ruim 10 maanden. Het beroep is ongegrond.

Lees ook het thema De 30%-regeling.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 11

Wet inkomstenbelasting 2001 2.6

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 21 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

217

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen