Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de termijnoverschrijding een gevolg is van langdurige psychische problemen, de daarvoor verstrekte medicatie en langdurige opname in een kliniek.

X ontvangt aanslagen IB/PVV en ZVW voor de jaren 2012, 2013 en 2014. De inspecteur handhaaft de aanslagen bij uitspraken op bezwaar. Op 29 juni 2016 stelt X beroep in tegen de uitspraken op bezwaar. Bij uitspraak buiten zitting van 25 oktober 2016 verklaart de rechtbank de ingestelde beroepen niet-ontvankelijk, omdat X niet tijdig het griffierecht heeft betaald. In 2022 komt X in verzet tegen deze uitspraken. In geschil is of er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de termijnoverschrijding een gevolg is van langdurige psychische problemen, de daarvoor verstrekte medicatie en langdurige opname in een kliniek. X maakt in zijn beroepschrift van 29 juni 2016 al melding van deze problemen en was toen wel in staat om een gemotiveerd beroepschrift te schrijven. X heeft het verzetschrift niet zo spoedig mogelijk ingediend zodra dat redelijkerwijs mogelijk was. Het verzetschrift van X is niet-ontvankelijk, omdat er geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Algemene wet bestuursrecht 8:54

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 16 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

209

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen