Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de beschikking vervolgingskosten ten onrechte is opgelegd aangezien wel tijdig beroep is ingesteld inzake de IB-aanslag.

X tekent bezwaar aan tegen diverse IB/VB-(navorderings)aanslagen, waaronder de IB-aanslag over 2005. De inspecteur stuurt een "Kennisgeving uitspraak op de bezwaarschriften" aan X. In de bijlage daarvan staat vermeld dat X eventueel in beroep kan gaan bij de rechtbank. De IB-aanslag over 2005 is na bezwaar gehandhaafd. X gaat vervolgens in beroep bij de rechtbank en stuurt bedoelde kennisgeving in kopie mee. In het beroepschrift zelf wordt de aanslag over 2005 echter niet genoemd, zodat de rechtbank er aanvankelijk geen procedure voor aanmaakt. In geschil is of de ontvanger aan X in het kader van de invordering van deze aanslag terecht € 476 vervolgingskosten in rekening brengt. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de beschikking vervolgingskosten ten onrechte is opgelegd aangezien wel tijdig beroep is ingesteld inzake deze aanslag (zie nr. 13/6158). Voor dat geval heeft de ontvanger op de zitting gesteld dat de onderhavige beschikking moet worden vernietigd. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 12

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Invordering

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 18 augustus

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen