Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X geen recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor de werkzaamheden die hij in Korea heeft verricht. Het A-concern beschikt nl. niet over een vaste inrichting in Korea.

Belanghebbende, X, werkt in dienstbetrekking voor het A-concern. Het A-concern is een wereldwijd opererende onderneming die off-shore boorwerkzaamheden naar olie en gas verricht. X werkt op boorschepen van A als eerste stuurman en als senior dynamic positioning operator. In 2010 geeft A opdracht aan B Co. om een boorschip te bouwen. B Co. bouwt het boorschip op een Zuid-Koreaanse scheepswerf. X wordt hierbij ingezet als toezichthouder op de bouw van het boorschip. In geschil is of X recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. De inspecteur weigert de aftrek, omdat er volgens hem geen sprake is van een vaste inrichting van A in Korea.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X geen recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor de werkzaamheden die hij in Korea heeft verricht. Volgens het hof beschikt A namelijk niet over een vaste inrichting in Korea. Het hof wijst er daarbij op dat de Koreaanse Belastingdienst niet heeft kunnen vaststellen dat er van een vaste inrichting sprake is, en dat A niet aan de Koreaanse Belastingdienst heeft bekendgemaakt, dat hij een vaste inrichting heeft gehad voor het toezicht op de bouw van het boorschip. Verder overweegt het hof nog dat A geen omzet in Korea heeft behaald, en ook geen winst aan Korea heeft toegerekend. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Korea tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 19 december

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen