Belanghebbende (X) en haar partner bezitten zes participaties in Braziliaanse teakplantages. In 1998 hebben ze twee participaties gekocht en in 2003 nog eens vier. Ter zake van de participaties claimt belanghebbende aftrek ter voorkoming van dubbele belastingheffing.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belastingheffing voor de participaties in Braziliaanse teakplantages. Ten aanzien van de participaties uit 1998 overweegt het hof daarbij dat belanghebbende geen economische eigendom of verder reikend eigendom met betrekking tot de grond of de houtopstand heeft bezeten. Volgens het hof heeft belanghebbende voor wat betreft de participaties uit 1998 dan ook geen inkomsten verkregen uit onroerende zaken. Vervolgens overweegt het hof dat de door belanghebbende te genieten opbrengsten weliswaar samenhangen met de (kap)opbrengsten die worden genoten, maar dat de opbrengsten daarbij slechts fungeren als rekengrootheid voor de door belanghebbende te genieten opbrengsten. Voor de participaties uit 2003 wijst het hof er op dat er een terugkoopgarantie bestaat. Deze participaties hebben volgens het hof dan te gelden als financiële, rentedragende producten. Gezien art. 6 Belastingverdrag Nederland-Brazilië is er dan geen sprake van inkomsten uit onroerende goederen die in Brazilië belastbaar zijn. Belanghebbende heeft derhalve geen recht op aftrek ter voorkoming van dubbele belastingheffing.
Wetingang:
Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 5.3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 7 december