Belanghebbende, X, woont in Nederland en oefent zelfstandig het beroep van Salvage Master en Special Casuality Representative uit. De werkzaamheden vinden plaats aan boord van een schip en steeds per opdracht voor een termijn van ongeveer 8 weken. X voert in de jaren 2010 tot en met 2015 geen werkzaamheden uit binnen het territoriaal gebied van Nederland. In zijn aangiften inkomstenbelasting verzoekt X om ´aftrek elders belast´. De inspecteur weigert de aftrek. In geschil is of de (navorderings)aanslagen IB/PVV 2014 en 2015 terecht en naar de juiste bedragen zijn vastgesteld en of de verzuimboeten terecht zijn opgelegd.
Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt in navolging van de rechtbank dat de inkomsten niet kwalificeren als inkomsten uit scheepvaart en dat er geen sprake is van een vaste inrichting. De inspecteur heeft de aftrek terecht geweigerd. Alleen ten aanzien van de boete bij aanslag IB/PVV 2015 is het hoger beroep van X gegrond omdat de redelijke termijn is overschreden.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a
Wet inkomstenbelasting 2001 3.5
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Internationaal belastingrecht, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 24 augustus
Informatiesoort: VN Vandaag