Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat er geen redelijke mate van zekerheid is dat X als borg zal worden aangesproken en dat de daardoor ontstane regresvordering onvolwaardig zal zijn. Het krediet van de bv's is inmiddels (nagenoeg geheel) afgelost uit ontvangen royalty’s.
X is (middellijk) dga van een bv die filmrechten bezit. In 2011 wordt een financieringsovereenkomst met een bank gesloten voor € 1,5 mln, waarvoor X zich in privé borg stelt voor € 250.000. De bv's behalen in 2012 en 2013 per saldo een verlies van ruim € 2,3 mln. In geschil is of X eind 2013 een 'voorziening privé borgstelling' kan vormen. In 2013 tot en met 2016 is het krediet (nagenoeg geheel) afgelost uit de ontvangen royalty’s. Volgens Rechtbank Gelderland heeft de inspecteur de voorziening van € 220.000 (€ 250.000 minus TBS-vrijstelling € 30.000) terecht niet geaccepteerd. X stelt in hoger beroep dat de bank eind 2013 tot 'bijzonder beheer' is overgegaan.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er geen redelijke mate van zekerheid is dat X als borg zal worden aangesproken en dat de daardoor ontstane regresvordering onvolwaardig zal zijn. Daarbij komt dat X zelf heeft verklaard dat de borgstelling zakelijk is, omdat het bezit van een filmcatalogus vrij waardevast is. Eind 2013 is er volgens hem een behoorlijke geldstroom van royalty's en daarmee is het krediet afgelost. Er is ook geen enkele aanwijzing dat de inspecteur de voorziening tijdens de hoorzitting in de bezwaarfase heeft geaccepteerd. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 1 maart