X bv fabriceert verpakkingsmateriaal, en handelt daar ook in. In de jaren '90 is bodemvervuiling bij een van de onroerende zaken van X bv vastgesteld. X bv neemt een voorziening bodemsanering van € 309.000 op in haar VPB-aangifte 2011. De inspecteur schrapt deze voorziening.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv geen voorziening bodemsanering kan vormen. Volgens de rechtbank is het in 2011 namelijk te vroeg om een dergelijke voorziening te vormen. De rechtbank wijst er daarbij op dat er al sinds 2003 met de provincie Overijssel wordt gesproken over de vervuiling, dat er al verschillende onderzoeken hebben plaatsgevonden en dat tot nog toe geen noodzaak tot sanering is vastgesteld. Verder acht de rechtbank van belang dat X bv momenteel, zonder sanering, niet wordt belemmerd in haar ondernemingsactiviteiten. Omdat er geen sprake is van een stabiele eindsituatie, moet de vervuiling wel worden gemonitord, om te kunnen blijven beoordelen of er noodzaak tot sanering op termijn ontstaat. De rechtbank staat daarom uiteindelijk een voorziening van € 10.975 toe voor de kosten die X bv moet maken in verband met de monitoring.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 25 mei