X bv exploiteert op 109 ha. grond Kelleris-kersenbomen. De bomen zijn in de jaren 1988-2011 aangeplant. De gemiddelde levensduur van de bomen is 15 jaren. Het rooien van de bomen kost circa € 40 per boom. X bv wil een voorziening voor de rooikosten vormen. De inspecteur staat de voorziening niet toe. Rechtbank Zeeland - West-Brabant oordeelt dat X bv geen voorziening kan vormen voor de rooikosten van de kersenbomen. Volgens de rechtbank worden de rooikosten namelijk niet opgeroepen door de bedrijfsuitoefening in de jaren dat de bomen fruit dragen. Ook kan X bv volgens de rechtbank geen kostenegalisatiereserve vormen. De rechtbank overweegt daarbij dat er weliswaar sprake is van aanzienlijke rooikosten, maar dat ze niet zullen leiden tot een piek in de uitgaven. De afzonderlijke arealen zijn namelijk in verschillende jaren aangelegd en zullen dan ook in afzonderlijke jaren gerooid worden.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de voor de vorming van een voorziening vereiste ‘redelijke mate van zekerheid dat de uitgaven zich zullen voordoen' ontbreekt. Volgens het hof is het namelijk maar zeer de vraag of er in de toekomst voor rekening en risico van X bv zal worden gerooid. Het hof overweegt daarbij onder andere dat:
- •.
niet is gesteld of gebleken dat een verplichting bestaat of bestond om de grond aan het einde van de gebruiksduur boom- en wortelvrij op te leveren;
- •.
het aannemelijk is dat de gronden (te zijner tijd) ook inclusief de fruitopstanden kunnen worden verkocht;
- •.
X bv geen enkele factuur in het geding heeft gebracht waaruit blijkt dat fruitbomen voor haar rekening zijn of worden gerooid.
Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 13 december