Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de heer X niet aannemelijk maakt dat de auto een ex-rental is. De summiere stelling dat de BPM in strijd is met het EU-recht is geen aanleiding tot het stellen van prejudiciële vragen.
De heer X doet BPM-aangifte voor een Volkswagen Golf en betaalt daartoe € 1730. Volgens het betreffende taxatierapport is de inkoopwaarde € 7500 wegens de matige indruk van de carrosserie en de forse voorschade. In beroep stelt X dat in het rapport ten onrechte geen rekening is gehouden met de ex-rentalstatus.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de auto een ex-rental is. Ook het taxatierapport biedt voor die conclusie geen aanknopingspunten. De summiere stelling dat de BPM in strijd is met het EU-recht is geen aanleiding tot het stellen van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU). Het voorliggende geschil is namelijk uitsluitend van feitelijke aard. Het griffierecht is voorts geen onoverkomelijk obstakel voor de toegang tot de rechter. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 25 mei