Rechtbank Haarlem overweegt dat X geen waardedruk vanwege zelfbewoning in aanmerking kan nemen bij de overgang van een voormalige ligboxenstal naar privé.

Belanghebbende, X, staakt op 31 december 2007 zijn handel in veevoer. Tot het jaar 2002 had X ook een melkveehouderij. Bij de staking brengt X de voormalige ligboxenstal over naar privé. De stal is op dat moment in gebruik als privé-opslagruimte en garage. X neemt bij de overgang van de stal naar privé een waardedruk wegens zelfbewoning van de stal van 25% in aanmerking. De inspecteur accepteert deze waardedruk niet. X komt in beroep.

Rechtbank Haarlem overweegt dat het gebruik van de stal voor privédoeleinden niet zonder meer gelijk kan worden gesteld met gebruik voor woondoeleinden. Uit het met het oog op de staking opgemaakte taxatierapport volgt dat de ligboxenstal mede was bestemd om te worden gebruikt voor stalling van caravans van derden. De stelling van de inspecteur dat de stal slechts voor 10% werd gebruikt voor opslag en stalling voor privédoeleinden en dat de stal voor het overige leeg stond heeft X onvoldoende weersproken. De rechtbank acht voorts aannemelijk dat de stal, gelet op de ligging en bereikbaarheid zoals die blijkt uit tekeningen en foto's bij het overgelegde taxatierapport, afzonderlijk van de woning verkoopbaar of verhuurbaar is. Hieraan doet niet af dat bij verkoop van de stal een erfdienstbaarheid dient te worden gevestigd en de woning van X niet over een eigen garage of berging beschikt.  Conclusie is dat niet gezegd kan worden dat de stal ten tijde van de staking min of meer duurzaam werd gebruikt voor woondoeleinden. Er is geen reden om de door X gestelde waardedruk in aanmerking te nemen bij het vaststellen van de stakingswinst. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Haarlem

2

Gerelateerde artikelen