Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat er gelet op de ongewijzigde omstandigheden kan worden volstaan met het verwijzen naar de overwegingen in zijn uitspraak over het vorige jaar. X is dus nog steeds geen IB-ondernemer.
X werkt als distributeur van ochtendbladen voor de Persgroep en NDC Media Groep. X staat hiervoor als ondernemer bij de KvK ingeschreven. Vanaf 2013 houdt de NDC loonheffing in op de betalingen aan X. Volgens X zijn de resultaten van 2014 (€ 18.283) winst uit onderneming en hij trekt daarvan bedrijfskosten (€ 12.797) af. Volgens Rechtbank Noord-Nederland maakt X niet aannemelijk dat de voordelen uit zijn depothouderschap als winst uit onderneming kwalificeren. X gaat in hoger beroep. Voor 2013 is X door het hof al in het ongelijk gesteld (zie V-N 2015/15.2.1).
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er gelet op de ongewijzigde omstandigheden kan worden volstaan met het verwijzen naar de overwegingen in zijn uitspraak over 2013. X is dus nog steeds geen IB-ondernemer. X beroept zich vergeefs op het gelijkheidsbeginsel. Hij zou de enige klant van de gemachtigde zijn wiens ondernemerschap niet door de Belastingdienst is erkend. Hiermee is op geen enkele manier aannemelijk gemaakt dat sprake is van met hem vergelijkbare gevallen. Met uitzondering van de fietskosten, die door de inspecteur wel in aftrek zijn toegelaten, heeft X geen recht op aftrek van andere kosten. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Wet inkomstenbelasting 2001 3.2
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 2c
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 4 juli