X is een in 2016 opgerichte coöperatieve vereniging die in 2017, 2018 en 2019 Wmo-diensten levert aan een gemeente tegen een totale vergoeding van € 31.296.675. De lumpsum-vergoedingen voor de betreffende jaren zijn respectievelijk € 9.722.103, € 10.524.309 en € 11.050.263. In haar eerste boekjaar (2016/2017) neemt X in haar VPB-aangifte een winstuitstelpost (voorziening ombuiging sociaal domein) op van € 310.215. In geschil is of de inspecteur dit terecht heeft gecorrigeerd. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is X juridisch niet verplicht om eventuele overschotten aan de gemeente terug te betalen of in de zorg te investeren. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat goed koopmansgebruik niet toestaat om een winstuitstelpost op te voeren. X heeft weliswaar de verplichting om te overleggen over de bestemming van een eventueel overschot, maar geen verplichting om die op een bepaalde manier te besteden. X maakt niet aannemelijk dat de in 2017 ontvangen vergoeding mede betrekking heeft op toekomstige prestaties of behoorlijk aanwijsbare toekomstige kosten. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet inkomstenbelasting 2001 3.8
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 5
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 25 mei