Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar terecht het niet-woningtarief hanteert voor de heffing van OZB met betrekking tot een perceel voor de bouw van een woning.

X ontvangt voor het belastingjaar 2018 een aanslag OZB voor een stuk bouwgrond. Op dit perceel laat X een woning bouwen. De bouwwerkzaamheden zijn echter nog niet gestart. De heffingsambtenaar past daarom het niet-woningtarief toe. X vindt dat het woningtarief van toepassing is en gaat in beroep.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar terecht het niet-woningtarief hanteert. Uit de wetsgeschiedenis en jurisprudentie blijkt namelijk dat het woningtarief van toepassing is zodra de bouwwerkzaamheden van de woning zijn gestart. Hiervan is in dit geval geen sprake. De heffingsambtenaar past daarom terecht het niet-woningtarief toe, aldus de rechtbank. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 220a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 26 mei

111

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen