Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat voor de verkrijging van het grasland 6% overdrachtsbelasting is verschuldigd. Het grasland vormt namelijk geen aanhorigheid van de woonboerderij. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

X koopt begin 2012 een boerderij met een daarachter gelegen perceel grasland. De onroerende zaken worden op 10 juli 2012 geleverd. In juni 2012 verkoopt X de woonboerderij met een deel van het perceel grasland door. Hij levert dit op 10 juli 2012 aan de koper. In geschil is het tarief van de verschuldigde overdrachtsbelasting ter zake van het grasperceel. X stelt daarbij dat het grasland een aanhorigheid is van de woonboerderij. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat voor de verkrijging van het grasland 6% overdrachtsbelasting is verschuldigd. Volgens de rechtbank vormt het grasland namelijk geen aanhorigheid van de woonboerderij. De rechtbank overweegt hierbij dat het perceel grasland niet dienstbaar is aan de woonfunctie van de woning, en daarbij ook niet in gebruik is. Ook het hobbymatig houden van enige paarden, door de verkopers, op het grasland, acht de rechtbank niet van belang, omdat het niet dienstbaar is aan de woonfunctie van de woonboerderij. Ten slotte merkt de rechtbank nog op dat cultuurgrond in haar algemeenheid niet een aanhorigheid vormt. Het gelijk is aan de inspecteur.

Hof Arnhem-Leeuwarden (MK I, 26 april 2016, 15/00772, V-N Vandaag 2016/1006) oordeelt dat het grasland, uitgaande van de verkeersopvattingen, geen aanhorigheid vormt van de woonboerderij. Het hof merkt daarbij op dat, anders dan van een erf, tuin of een bij een woning behorende opstal, zoals een tuinhuisje of een garage, van een perceel grasland in het algemeen niet kan worden gezegd dat er sprake is van een aanhorigheid. Volgens het hof kan ook niet worden gezegd dat het grasland in gebruik is bij en dienstbaar is aan de functie van de woonboerderij als woning. Het hof is dan ook van mening dat voor de verkrijging van het grasland 6% overdrachtsbelasting is verschuldigd. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 14

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Dossiers: Agro

Instantie: Hoge Raad

Editie: 17 februari

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen