De erven (belanghebbenden) van de heer X dienen over 2013 een IB-aangifte buitenland voor hem in. Volgens de erven woonde X namelijk in Kenia. In geschil is de IB-aanslag over 2013, waarin X door de inspecteur als binnenlands belastingplichtige is aangemerkt. De erven stellen dat X alleen officieel in Nederland stond ingeschreven voor zijn zorgverzekering. Zijn echtgenote stond weliswaar op hetzelfde adres ingeschreven, maar dat was een voorwaarde voor haar verblijfsvergunning en X had in Kenia inmiddels een relatie met een andere vrouw. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant maakt de inspecteur niet aannemelijk dat X een voldoende duurzame band van persoonlijke aard met Nederland had. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X geen duurzame band van persoonlijke aard had met Nederland. De duur van zijn incidentele verblijf alhier was namelijk slechts afhankelijk van medische onderzoeken en het afwachten van de uitkomsten daarvan. De verdere uitvoering van die behandelingen vond in Kenia - en eerder al in Londen - plaats. De in Nederland gelegen onroerende zaken zijn door X nooit gebruikt voor actief vermogensbeheer en het beheer was door hem uitbesteed aan een vermogensbeheerder. Het aanhouden van Nederlandse banktegoeden vond plaats omdat X Kenia daarvoor niet geschikt achtte. Het beroep van de inspecteur is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 2 april