Hof Arnhem-Leeuwarden is van oordeel dat de rechtbank het beginsel van hoor en wederhoor niet heeft geschonden. Verder is het hof van mening dat X niet erin is geslaagd aannemelijk te maken dat hij aan het urencriterium heeft voldaan.

Belanghebbende, X, heeft in 2010 een advocatenkantoor. De inspecteur is bij X een boekenonderzoek gestart. In zijn aangifte IB/PVV 2010 claimt X de zelfstandigenaftrek. In geschil is of de rechtbank het beginsel van hoor en wederhoor heeft geschonden en of X aan het urencriterium van de zelfstandigenaftrek heeft voldaan.

Hof Arnhem-Leeuwardenis van oordeel dat de rechtbank het beginsel van hoor en wederhoor niet heeft geschonden. Verder is het hof van mening dat X niet erin is geslaagd aannemelijk te maken dat hij aan het urencriterium heeft voldaan. Uit de gegevens op de uitdraai is in een aantal gevallen niet zonder meer op te maken of deze zijn verricht met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.6

Wet inkomstenbelasting 2001 3.79a

Wet inkomstenbelasting 2001 3.76

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 5 augustus

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen