Belanghebbende, de heer X, is zelfstandig beeldend kunstenaar/docent. X is in 2006 tevens voor 32 uur per week in loondienst bij de Beroepsvereniging van beeldende kunstenaars. X werkt hiertoe 16 uur per week op het kantoor van de BBK en mag de overige uren naar eigen inzicht invullen. X krijgt in 2007 een Ziektewet-uitkering, doch hij mag met toestemming van het UWV wel doorwerken aan zijn (verliesgevende) kunstenaarspraktijk. Voor 2006 en 20007 is in geschil of X voldoet aan het urencriterium van de zelfstandigenaftrek. Volgens Rechtbank Leeuwarden claimt X ten onrechte de aftrek. X gaat in hoger beroep.
Hof Leeuwarden oordeelt dat X zich ten aanzien van de administratieplicht ten onrechte beroept op het vertrouwensbeginsel. X stelt vergeefs dat een controleur van de Belastingdienst hem in het verleden zou hebben voorgehouden dat het bijhouden van een eenvoudig kasboekje voldoende zou zijn. De door X in 2009 en op maandbasis gereconstrueerde urenadministraties zijn onvoldoende om in 2006 en 2007 zelfstandigenaftrek te krijgen. Het beroep van X is ongegrond.