X staat vanaf 17 september 2008 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel als onafhankelijk distributeur van producten van een bepaald merk. In maart/april van dit jaar is X gestart met voorbereidingsactiviteiten. In geschil is of X recht heeft op zelfstandigenaftrek.
Hof Den Haag stemt in met de beslissing van Rechtbank 's-Gravenhage dat X in 2008 niet aan het urencriterium heeft voldaan. Volgens haar overzicht besteedt X ongeveer 30 uur per week aan haar onderneming. Om op jaarbasis aan 1225 uren te komen, zou X alle door haar opgesomde activiteiten al vanaf half maart 2008 moeten hebben verricht, aldus de rechtbank. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat dit het geval is. Verder is het urenoverzicht van X te globaal en heeft zij geen nadere bewijsstukken overgelegd waaruit de daadwerkelijke besteding van de door haar gestelde uren kan worden afgeleid. Het hof onderschrijft het oordeel van de rechtbank en voegt er nog aan toe dat X een betrekkelijk geringe omzet heeft behaald. Gelet op het bovenstaande voldoet X niet aan het urencriterium en heeft hij dus ook geen recht op zelfstandigenaftrek. Het hoger beroep van X is ongegrond. Het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep van de inspecteur behoeft geen behandeling.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.76