Bij belanghebbende, X, is begin 2009 een hennepkwekerij met 254 hennepplanten aangetroffen. De Inspecteur stelt zich in hoger beroep op het standpunt dat X in 2008 één eerdere oogst heeft gehad waarmee een opbrengst is behaald van ruim € 16.000. X daarentegen verklaart dat er één oogst is geweest met een opbrengst van € 5.000. De inspecteur maakt bij zijn opbrengstberekening gebruik van aannames uit het BOOM-rapport 2005. De Inspecteur legt X voor 2008 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting op en stelt dat de bewijslast moet worden omgekeerd wegens het niet doen van de vereiste aangifte. Daarnaast legt hij X een forse vergrijpboete op.
Hof Den Bosch oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur en de rechtbank ten onrechte de bewijslast hebben omgekeerd en verzwaard. X bevestigt bij herhaling dat hij één keer heeft geoogst en dat de opbrengst de € 5.000 niet overstegen heeft. Gelet op dit bedrag, afgezet tegen de looninkomsten van X van € 33.552, maakt de inspecteur volgens het hof niet aannemelijk dat de op basis van de aangifte verschuldigde belasting, zowel relatief als absoluut beschouwd, aanzienlijk lager is dan de daadwerkelijk verschuldigde belasting. Van het niet doen van de vereiste aangifte is daarom geen sprake. Het hof oordeelt vervolgens dat de correctie moet worden verminderd naar € 5.000. Het hof vernietigt ook de vergrijpboete omdat de inspecteur in het rapport van het boekenonderzoek alleen zijn mening weergeeft en niet de feiten en omstandigheden die het verwijt kunnen schragen dat X willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaardt dat het niet aangeven van de opbrengst uit hennepteelt tot gevolg kan hebben dat te weinig belasting is geheven. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27j
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 3 oktober