Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de geheimhouding van klikbrieven door de inspecteur niet gerechtvaardigd is. De inspecteur moet de ongeschoonde inhoud van de brieven verstrekken.

X is betrokken bij een belastinggeschil met de inspecteur van de Belastingdienst. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend met geschoonde bijlagen, waaronder twee klikbrieven. Op 8 juni 2023 heeft de inspecteur een verzoek om geheimhouding van deze brieven ingediend, met als reden de privacy en veiligheid van de tipgevers. X verzet zich tegen de geheimhouding, omdat hij de authenticiteit van de meldingen niet kan beoordelen en de stelling van de inspecteur ongefundeerd vindt. De rechtbank heeft de geheimgehouden stukken en de stukken van de hoofdzaak beoordeeld en een afweging gemaakt tussen het belang van X bij onbeperkte kennisneming en de redenen van de inspecteur voor geheimhouding. In geschil is of de geheimhouding van de klikbrieven door de inspecteur gerechtvaardigd is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de geheimhouding van de klikbrieven niet gerechtvaardigd is. De inspecteur heeft onvoldoende concrete en verifieerbare redenen aangevoerd voor de geheimhouding. De enkele stelling van de inspecteur dat de tipgevers moeten vrezen voor hun lichamelijke en geestelijke gesteldheid is onvoldoende. Er is geen onderzoek gedaan naar de feitelijke risico’s voor de tipgevers. Bovendien bevatten de brieven geen aanwijzingen die hebben geleid tot het boekenonderzoek en de correcties. Het belang van X bij kennisneming van de ongeschoonde inhoud van de klikbrieven weegt zwaarder dan de reden voor geheimhouding. De inspecteur moet binnen twee weken na dagtekening van deze beslissing berichten welke gevolgen hij aan deze beslissing verbindt.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:29

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 5 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

31

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen