X en de inspecteur hebben een geschil over de geheimhouding van mandaatbesluiten. De inspecteur dient een verzoek in om de namen van de vertegenwoordigers geheim te houden, vanwege bedreigingen vanuit de soevereinenbeweging. Deze beweging heeft in het verleden namen van medewerkers van de Belastingdienst die fiscaal foutieve aangiften hebben gecorrigeerd verspreid en bedreigingen geuit. De inspecteur stelt dat de veiligheid van de medewerkers in het geding is en dat anonimiteit noodzakelijk is. X maakt bezwaar tegen deze geheimhouding.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur anoniem mag procederen. De rechtbank weegt het belang van de veiligheid van de medewerkers van de Belastingdienst zwaarder dan het belang van X om de namen van de vertegenwoordigers te kennen. De geheimhoudingskamer heeft de mandaatbesluiten beoordeeld en stelt vast dat de vertegenwoordigers correct gemandateerd zijn.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:29
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 25 november
Informatiesoort: VN Vandaag