Aan X bv zijn diverse VPB-(navorderings)aanslagen opgelegd. In de beroepsfase doet de inspecteur een geheimhoudingsverzoek met betrekking tot de gedingstukken. Op 5 maart 2021 beslist de geheimhoudingskamer hierop, waarbij het verzoek is opgevat als een verzoek om beperkte kennisneming van de stukken door enkel de rechtbank die over de hoofdzaak beslist. In reactie stelt de inspecteur dat niet is verzocht om beperkte kennisneming maar om weigering van het overleggen van de stukken, zodat de rechter die over de hoofdzaak beslist die niet mag zien.
De geheimhoudingskamer van Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat een nieuwe beslissing nodig is. De stukken waarover op 5 maart 2021 al is geoordeeld dat beperkte kennisneming niet gerechtvaardigd is, blijven buiten beschouwing. Geheimhouding is gerechtvaardigd voor stukken waarin persoonlijke meningen van medewerkers van de Belastingdienst staan. Dit geldt ook voor interne e-mailwisselingen, notities, cijferoverzichten en een memo met controle-strategische overwegingen. Een verplichting deze stukken te openbaren, doet zodanige afbreuk aan de procespositie van de inspecteur dat geheimhouding is gerechtvaardigd. X bv is door het niet kunnen kennisnemen van deze stukken niet onevenredig in haar belangen geschaad. Het verzoek om geheimhouding wordt toegewezen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Algemene wet bestuursrecht 8:29
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 11 oktober