X komt in beroep bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant. De inspecteur vraagt voor een drietal bijlagen om beperkte kennisneming.
De geheimhoudingskamer van Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst het verzoek van de inspecteur om beperkte kennisneming van een aantal processtukken toe. De zwartgelakte delen van twee bijlagen betreffen persoonsgegevens en tussen partijen lijkt geen verschil van inzicht te bestaan over de vraag of die delen geheimgehouden mogen worden. Voor het geval dat anders is, overweegt de geheimhoudingskamer dat het belang bij bescherming van persoonsgegevens en de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer in het onderhavige geval aanzienlijk zwaarder weegt dan het belang dat X heeft bij kennisneming van deze gegevens. De kenbaarheid van deze gegevens is ook niet direct van belang voor de beslissing in de hoofdzaak. De geheimhoudingskamer is van oordeel dat voor deze gegevens sprake is van gewichtige redenen die geheimhouding rechtvaardigen. Het verslag van een gesprek tussen de inspecteur en een minderheidsaandeelhouder van X bevat vertrouwelijke bedrijfsinformatie en standpunten over ondernemingsrechtelijke onderwerpen. Het belang van X bij kennisneming van deze informatie weegt aanzienlijk minder zwaar dan het belang van geheimhouding.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Algemene wet bestuursrecht 8:29
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 12 april