Aan X bv is een naheffingsaanslag kansspelbelasting van ruim € 13 miljoen opgelegd. Volgens de inspecteur is zij de spil in een organisatie, die is opgezet door twee fiscalisten en via internet illegale gokspellen aanbiedt. De prijzen worden gemanipuleerd, zodat die niet of juist aan gelieerde (rechts)personen worden uitgekeerd. Een in beslag genomen database van de 'payment provider' bevat alle gegevens van Nederlandse spelers, zoals hun IP-adressen en bankrekeningen. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is de aanslag terecht gebaseerd op gegevens van de database met daarop de complete financiële administratie. X bv stelt in hoger beroep dat de inspecteur inzage moet geven in alle 33 stukken van de provider.
De Geheimhoudingskamer van Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat vijf stukken 'op de zaak betrekking hebbende stukken' zijn en dat uit de geheimhoudingsplicht van de inspecteur slechts volgt dat gegevens van derden in twee van die stukken mogen worden geschoond. Eén van die stukken is een lijst met betaalopdrachten. De geheimhoudingsplicht van de inspecteur is op zich geen gewichtige reden die geheimhouding rechtvaardigt (vgl. Hof ’s-Hertogenbosch 17 mei 2011, 04/02823, V-N 2011/39.11, r.o. 3.18). Slechts als de geheimhoudingsplicht aanzienlijk zwaarder weegt dan het belang van X bv bij onbeperkte kennisneming van de ongeschoonde stukken, slechts dan is sprake van een gewichtige reden. De inspecteur moet binnen vier weken berichten of hij bereid is de stukken alsnog in het geding te brengen. De zaak zal vervolgens worden verwezen naar de kamer die de hoofdzaak behandelt.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Algemene wet bestuursrecht 8:29
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Kansspelbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 30 oktober